Ongeveer eens in de 3 maanden ontmoeten we elkaar in een restaurant in G. We kennen elkaar al jaren, ik denk inmiddels al 10 jaar. We herkennen in elkaar dezelfde kijk op het leven. De kwetsuren die we tijdens onze eerste socialisatie opliepen komen akelig overeen. Dat schept een band en dan heb je slechts aan een half woord genoeg.
Vandaag hadden we het over opvoeden. Hoe doe je dat ?
Dat bracht ons bij de eigenheid van ieder afzonderlijk kind en de dynamiek tussen ouder en kind. Als ouder is zelfreflectie een must. Bewust worden van je patronen om zo het verleden door het heden te borduren.
En mensenkennis : Het kind werkelijk zien met zijn of haar unieke eigenschappen; gevoeligheden; de kwetsuren, maar ook de specifieke interesses, de unieke blik op de omgeving.
En dan kun je een bijdrage leveren aan versterken van die eigenheid, mede door het begeleiden tijdens de gebeurtenissen en de belevingen, die het -zijn in de wereld- met zich meebrengen. Onze maatschappij vereist uitleg. Dat vereist in eerste instantie opmerkzaamheid. Oog voor details en een goed inzicht in de wereld van je kind.
Een uitleg fijngeslepen op de eigen kleur van het kind. Dat vereist belangstelling en aktief luisteren naar je kind.
En een bereidheid te onderzoeken. De ander helpen door verduidelijking van onderlinge communicatie en hoe ingewikkeld dit soms kan zijn. Opgedane verwarring helpen ontwarren, waar is die verwarring op gebaseerd ?
Het ouderschap is een boeiend métier, waarbij empathie en compassie van levensbelang is.
Conclusie : we houden van kinderen. Die jonge zich vormende mens. En we houden van opvoeden. Om ze te leren houvast in zichzelf te vinden.
Om hen een stevige basis mee te geven.
En ook : Laten we ze leren dat fouten maken heel leerzaam kan zijn.